‘Boek van de Maand’ In gesprek met Aline van Wijnen

Vertel de lezers eens wie jij bent?
Boekenwurm, kattenmens, sushigek. Oké, dit is even kort samengevat. Een langere versie is iets ingewikkelder. Ik ben 39 jaar geleden geboren in Wit Rusland waar ik een studie Engels en (kunst-)geschiedenis heb afgerond en als journaliste heb gewerkt. Op mijn 23ste ben ik naar Nederland verhuisd en heb sindsdien zoveel levenservaring opgedaan dat ik wel een paar boeken ermee kan vullen. Schrijven deed ik eigenlijk altijd al, maar tijdens mijn eerste jaren in Nederland was het ongemerkt naar de achtergrond verdwenen. Pas sinds een jaar of vier heb ik het weer opgepakt, met hernieuwde kracht. Schrijven is mijn drijfveer, mijn uitlaatklep, iets waar ik enorm veel plezier aan beleef.
Je bent bij het leespubliek bekend geworden via de schrijfwedstrijd van ‘Vriendin’. Hoe kijk je daar op terug?
Het was een wonder. Ik heb er hard voor gewerkt maar toch ervaar ik het als een wonder. Ik besef terdege dat er genoeg feelgoodschrijfsters zijn die net zo goed schrijven als ik (of misschien wel beter) en dat ik van geluk mag spreken dat juist mijn manuscript is uitgekozen. Puur de kwestie van de juiste plek en het juiste moment: ik had een manuscript klaar liggen dat aan alle voorwaarden van de schrijfwedstrijd voldeed. Ik hoefde het alleen maar na te kijken. Het telefoontje van Zomer&Keuning met het blije nieuws was een moment om nooit te vergeten. Ik kan het soms nog steeds niet geloven.
Denk je dat je zonder die wedstrijd te winnen nu ook zou zijn waar je staat mbt je boeken? Zou je het weer op deze manier aanpakken?
Ik denk dat het best moeilijk zou zijn om mijn manuscript onder de aandacht te brengen. Niet vanwege de kwaliteit: vanwege de gigantische aanbod bij uitgeverijen. Tijdens de schrijfwedstrijd werd het door de juiste mensen gelezen. Ik zou aspirant schrijvers dus zeker aanraden om aan de schrijfwedstrijden mee te doen. In 2016 werd ik genomineerd voor een columnwedstrijd, won een publicatie van een column in Viva en werd een van de finalisten van de columnwedstrijd van de Belgische boekenbog This is how we read. Mijn romans zouden waarschijnlijk ook een keer zijn opgevallen bij een uitgever, alleen is het door de schrijfwedstrijd veel sneller gebeurd. Plus zit ik nu bij de uitgeverij waar ik altijd heel graag bij wilde horen, daar ben ik heel blij mee.
Er is online veel te doen. Hoe kijk jij tegen social media aan en hoe ga jij ermee om? Hoe schift jij wat belangrijk is voor jou en wat niet?
Dat was in het begin wel even een dingetje. Je zal me misschien uitlachen, maar ik had gepland om mijn boeken incognito te laten uitgeven, à la Elena Ferrante. Door het winnen van de schrijfwedstrijd van Zomer&Keuning en Vriendin werd het natuurlijk onmogelijk.
Ik maakte een Facebook account aan maar had geen idee hoe ik mezelf en mijn boek moest presenteren. En ik vond het doodeng. Tot ik bedacht dat ik gewoon mezelf moest blijven: what you see is what you get, zo makkelijk is dat. Nu zijn we een jaar verder en ik vind het hartstikke leuk. De interactie met mijn lezeressen, hun lieve berichtjes − dat zou ik voor geen goud willen missen. En de leesgroepen natuurlijk, daar ben ik ondertussen aan verslaafd. Als ik zo’n leesgroep op mijn Facebook aanklik voelt het alsof ik de wereld van gelijkgestemden binnenstap, heerlijk. Daar kan ik dan ook een tijdje rondstruinen. Ten koste van mijn lees- en schrijftijd helaas, maar dat is het waard.
Wat is voor jou dé charme van het feelgoodgenre? Zou je met net zoveel overtuiging bv een thriller kunnen schrijven? Heb je die ambitie om een keer, later ooit, zoiets te gaan doen?
Vroeger las ik uitsluitend literatuur en haalde mijn neus op voor feelgood. Tot 2013. Toen maakte ik een moeilijke periode door: had privéproblemen, stervensdruk op mijn werk en werd mijn man geopereerd ook nog. Mijn hoofd stond niet naar complexe verhalen. De week dat ik thuis bleef om voor mijn man te zorgen hadden we bol.com leeggekocht. Ik had chicklits besteld en verslonden − met een glimlach op mijn gezicht of juist met tranen die voor opluchting zorgden. Toen begreep ik dat ik boeken wilde schrijven met dezelfde uitwerking: gelukkige mensen nog iets gelukkiger maken en degene die in een dip zaten troosten en opvrolijken. Na deze openbaring begon ik non-stop te schrijven.
En wat een ander genre betreft… Ik weet zeker dat ik het ooit ga proberen, hoogstwaarschijnlijk met een historische roman. Ik heb sinds kleins af aan de fascinatie voor Pompeii en zou zeker een roman willen schrijven die zich daar afspeelt, rondom de vulkaanuitbarsting. Het heeft alleen zo veel research nodig dat ik het waarschijnlijk tot mijn pensioen uitstel, haha. Een boek over onze poes Jade schrijven lijkt me ook leuk: ‘Kat met gebruiksaanwijzing ‘.
Je leest zelf ook graag toch? Lees jij dan als lezer of als auteur? Kun je het auteur zijn ‘uitschakelen’ en onbevooroordeeld lezen?
Ja, ik ben een echte boekenwurm. Ik kan niet in slaap vallen als ik niet heb gelezen, al zijn dat maar een paar bladzijden.
Tijdens het lezen heb ik altijd een notitieboekje onder handbereik waarin ik mijn gedachten over het verhaal, mooie zinnen of treffende vergelijkingen opschrijf. Niet voor hergebruik uiteraard: als voorbeelden, als leerproces. Maar als ik helemaal meegesleept wordt door het verhaal, dan wordt dat notitieboekje straal vergeten en lees ik ademloos door.
Je hoofdpersonage Robin heeft een bijzonder standpunt ingenomen als het gaat over liefde. Waarom heb je gekozen voor dat perspectief want echt gemakkelijk heeft en is ze niet.
In romantische boeken zijn vrouwen meestal op zoek naar de liefde. Ik heb besloten om dat eens vanuit een ander perfectief te bekijken. Een vrouw die genoeg heeft gehad van dat ‘romantische gedoe’. Ik ging me afvragen wat de reden daarvoor zou zijn en beetje bij beetje heeft Robin mij haar verhaal verteld. Ik kan me heel goed voorstellen dat er in het ‘echte’ leven vrouwen bestaan die geen relatie-ballast meer willen. En die dan toch stiekem dromen dat De Ware ooit op hun pad komt. Ik heb inmiddels veel reacties gehad op Liefde met gebruiksaanwijzing en iedereen is het erover eens dat het een heel realistisch verhaal is. Dat wordt ook over Halsoverkop gezegd. Ik denk dat het bij mijn schrijven hoort: realistisch, met herkenbare types en situaties.
In ieder personage zit iets van jezelf zei een auteur mij ooit. In welk personage herken jij je het meeste tot nu toe en waarom?
Dat klopt helemaal. Bewust of onbewust bedeel je als auteur je personages met je eigen eigenschappen of stukjes van je eigen geschiedenis. Robin en Sveta uit Liefde met gebruiksaanwijzing hebben zeker iets van mezelf meegekregen, net als Nicole en Krista uit Halsoverkop. Toch kan ik het meeste herkennen in een mannelijk personage uit een nog niet uitgegeven roman. Ik begrijp dat je nu weinig aan dit antwoord hebt, maar misschien als je ooit dat boek leest, zal je terugdenken aan dit gesprek.
Als ik aan jouw omgeving zou vragen jou te omschrijven, wat vertellen ze me dan?
Oh, dat zouden we eigenlijk aan ze moeten vragen. Ik vermoed dat ze mij zien als een rustig persoon die af en toe geestig uit de hoek kan komen, betrouwbaar, meelevend en een tikkeltje ongeduldig.
Waar zie jij jezelf over tien jaar? Zowel als auteur als privé?
Ik zou heel dankbaar zijn als privé alles onveranderd blijft en mijn dierbaren in goede gezondheid bij me zijn. Als auteur heb ik heel veel om na te streven. Ik hoop dat ik over tien jaar een gevestigde schrijfster ben met een grote achterban aan lezeressen die naar mijn elke nieuwe boek uitkijken. Dat ik nog altijd geïnspireerd word en enorm van het schrijven geniet en genoeg tijd daarvoor heb.
Tot slot, als je leven een liedje zou zijn, welk nummer krijgen we dan te horen?
Dit is een onverwachte maar ook een makkelijke vraag. Toen ik jaren geleden in een dip zat, hoorde ik een liedje van Simon Webbe op de radio: No worries. I just know your life is gonna change, gonna get a little better. Dat liedje is sindsdien een soort lijflied geworden: het leven is vallen en opkrabbelen met geloof in een betere toekomst.