Roelant meets … Nadine Barroso

Toen ik Nadine Barroso vier jaar geleden voor het eerst sprak over haar geweldige boek Ken mij niet, onthulde zij tegen mij waar haar volgende boek over zou gaan: een jongetje van vijf verdwijnt spoorloos tijdens een vakantiekamp in de Ardennen. En nu ligt dat boek, Verraderlijk Spel, in de winkel en blijkt het voor de ongeduldige fans het lange wachten waard geweest. We spreken elkaar opnieuw bij haar thuis. De baby die ze bij onze vorige ontmoeting op de arm hield, is nu opgegroeid tot een schattige vijfjarige kleuter. Dat brengt mij meteen op een prangende vraag.
Roelant: ‘Nadine, in jouw boek gaat het over een jongetje van vijf die opeens verdwenen is, en je hebt zelf een zoontje van vijf. Is het niet vreselijk moeilijk om juist daarover een thriller te schrijven? Het lijkt alsof je jouw eigen grootste angst in je boek gezet hebt.’
Nadine: ‘Ja, dat is helemaal waar. Toen ik het boek begon te schrijven was mijn middelste zoontje vijf jaar. En het is een heel aanhankelijk kindje. Net als Finn in het boek is hij heel gevoelig. Het jongetje in het boek is meer op hem gebaseerd dan op mijn jongste zoontje die nú vijf is. Bij een thriller schrijven zoek ik mijn eigen angsten op, waar ik dan in ga duiken. Ik kijk naar wat me bezig houdt, wat ik moeilijk vind. Daar duik ik dan in om het de baas te worden. Dan kan ik doen alsof dat niet bestaat en het heel positief wegmoffelen, zo van lalalalala. Maar ik heb het juist nodig om te erkennen dat het bestaat, dat er kinderen worden ontvoerd of vermoord. Ik wil begrijpen hoe dit zit en uitzoeken hoe dat voelt als moeder.’
Roelant: ‘Verschrikkelijk.’
Nadine: ‘Ja, ik ben heel erg. Dat was bij Ken mij niet ook, precies hetzelfde. Maar als ik het heb geschreven, heb ik het een plaatsje gegeven. Ik ga niet zitten wentelen in dat verdriet en die angst , tijdelijk wel natuurlijk, maar als het af is dan is het voor mij oké. Dan snap ik de wereld weer een beetje beter. Dat is mijn manier om de wereld te verwerken en nare dingen een plekje te geven. En ook echt de baas te worden. Want ík ben de baas over het verhaal. Ik bepaal wat er gebeurt.’
Roelant: ‘Mannen komen er (alweer) niet zo goed vanaf in jouw boek. Naast de actieve mannen in jouw verhaal noem je ook de vader van Nick die het opgaf om naar zijn zoon om te kijken nadat hij een nieuwe vrouw had ontmoet met wie hij een nieuw gezin ging starten. Kortom mannen gaan vreemd en kijken niet meer naar hun kinderen om.’
Nadine: ‘Ach god… nou ja, daar heb ik helemaal niet zo bij stil gestaan inderdaad. Maar er zitten ook aardige mannen in, toch?’
Roelant: ‘Ik moet heel erg zoeken.’
Nadine: [lachend] ‘De mannen niet zo best afschilderen deed ik in mijn vorige boek ook al, dat is heel erg. En dan ben ik moeder van drie jongens! Nou ja. Mijn doel is ook om ze zo goed mogelijk op te voeden, als mannen in deze wereld. Maar van de politie vind ik uiteindelijk die Stevens, de hoofdrechercheur, een aardige vent. Hij maakt ook een bepaalde ontwikkeling door.’
Roelant: ‘Het is een hork.’
Nadine: ‘Het is een hork, maar dat wordt minder met de tijd. Hij vind Jasmine irritant, wat ze ook is, maar hij wil haar toch bij het team.’
Roelant: ‘Grappig hoe Jasmine zich voorstelt: sociaal mediaconsultant van de politie. Stevens corrigeert dat door aan te geven dat zij gewoon een stagiaire is met een twitter account. Je hebt met die twee een duo geschapen waar je mee door kan.’
Nadine: ‘Klopt, daar ben ik ook mee bezig. Ik vind hun dynamiek heel leuk. Ik hou wel van een beetje onderlinge strijd. Maar in een volgend boek zijn ze meer collega’s.’
Roelant: ‘Je bent al bezig met een volgend boek?’
Nadine: ‘Ik zit al op 30.000 woorden en heb het raamwerk al zo’n beetje klaar. Hoe het verhaal moet gaan lopen, wil ik altijd snel klaar hebben. Daarna wordt het lastiger. Dan komen er meerdere verhaallijnen, moet alles kloppen. Dat gaat tijd kosten. En ik ben nu ook druk bezig met de promotie van dit boek.’
Roelant: ‘De seksscènes zijn minder expliciet dan in je vorige boek.’
Nadine: ‘Ja, terwijl een proeflezer zelfs opmerkte waarom die scène nou nodig was.’
Roelant: ‘Ik begrijp dat juist heel goed. Die moeder is radeloos omdat haar kind verdwenen is. Die wil getroost worden.’
Nadine: ‘Precies, het is hier heel functioneel, maar ik wilde het niet te expliciet. Want daar draait het niet om. Het gaat heel erg om haar emotie. Die wilde ik duidelijk maken. Ik had sowieso heel wat puzzels op te lossen in dit boek. Het is wat meer een conventionele thriller geworden dan mijn vorige boek.’
Roelant: ‘Ik vind het ook een beetje een Scandinavische sfeer uitstralen, ondanks dat het zich in Nederland en België afspeelt.’
Nadine: ‘Dat hoor ik graag, want tegen die Scandinaviërs wordt altijd hoog opgezien. Ik ben ook een voorstander van diversiteit in mijn boeken. Ella’s ouders wonen op Bonaire en Jasmine heeft iets Arabisch.’
Roelant: ‘Je schrijft ook tussen neus en lippen door een paar prachtige zinnen zoals deze: Dat liegen en gekonkel achter mijn rug om. Het veranderde me in iemand die ik niet wilde zijn. Onzeker, achterdochtig.’
Nadine: ‘Dit is een zin die ik zelf… Dit ben ik. Die komt echt uit mijn tenen. Want daar gaat het uiteindelijk om. Want wat zo’n iemand precies doet om jou pijn te doen, heeft toch effect op je. Dat wil je toch niet? Dan maar een leuke ándere vent denk ik dan.’
Roelant: ‘De setting van die camping in de Ardennen voor alleenstaande ouders met kinderen is een heel slimme. Die single ouders zijn leuk met hun kinderen bezig maar tegelijkertijd kijken ze rond om een eventuele nieuwe partner te ontmoeten.’
Nadine: ‘Ik heb het compleet verzonnen, maar toen ik het al aan het schrijven was, ging een vriendin van me naar een camping waar veel alleenstaande ouders stonden en daar heeft ze inderdaad haar huidige vriend ontmoet.’
Roelant: ‘Grappig hoe je een eenoudergezin ook positief omschrijft wanneer je het hebt over Sofie, die alleen door haar vader wordt opgevoed, en zo géén overbezorgde moeder heeft om haar af te remmen.’
Nadine: ’Een van de proeflezers vond Ella zo’n overbezorgde moeder. Nu ben ik zelf precies zo. Ik ben ook overbezorgd. En Ella is twee handen op één buik met haar kind.’
Roelant: ‘Ik vind Ella helemaal niet zo overbezorgd. Ze is alleenstaande ouder en dan is het logisch dat ze alle aandacht op haar kind richt. En dan voelt ze zich prompt heel erg schuldig als ze even haar aandacht heeft laten verslappen en iets voor zichzelf is gaan doen en vervolgens haar kind opeens verdwenen is.’
Nadine: ‘Ik heb soms het gevoel dat het schuldgevoel van vrouwen aangeboren is.’
Roelant: ‘De relatie die een van de mannen heeft met zijn moeder doet me heel erg denken aan de film Psycho van Alfred Hitchcock.’
Nadine: ‘Oh ja? Ik heb die film wel gezien, maar heel lang geleden. Zal misschien wel een onbewuste inspiratie geweest zijn. Vaak is de moeder een issue bij sociopaten, dat is gewoon zo.’
Roelant: ‘Ook de social media komen er niet zo goed vanaf. Je laat zien dat je zeker niet alles kunt geloven wat iemand daar schrijft. Ik citeer: De spreekwoordelijke beerput die social media heet. Een stukje verder schrijf je dat die socials helemaal niet zo sociaal zijn: Kijk maar naar de reacties onder het zogenaamde gedicht van de moeder.’
Nadine: ‘Ik heb een haat-liefde verhouding met de socials. Vroeger zat ik er heel veel op en was ik erg open. Maar ik ben wat voorzichtiger geworden. Als iemand die ik persoonlijk niet ken wat zegt, denk ik eerder iets van ja, dat zal wel.’
Roelant: ‘Op een gegeven moment zit Ella te kijken op de telefoon van Dennis. Kijken jij en je man op elkaars telefoon?’
Nadine: [lichte aarzeling] ’Nee, eigenlijk niet. Soms zoek je iets op bijvoorbeeld over school van de kinderen op je partners telefoon, maar dan zit die erbij. Maar als mijn man lang zit te scrollen op mijn telefoon, vind ik dat niet prettig, ook al heb ik niks te verbergen. Best raar eigenlijk. Maar omdat je zoveel met je telefoon doet, is het een verlengstuk van jezelf geworden. Het is toch iets van privacy.’
Roelant: ‘Om terug te komen op Jasmine. Ze reageert nogal pinnig op de opmerking van haar collega als deze opmerkt dat het een wonder is dat ze zo slank is omdat ze zoveel pizza eet. Ik citeer: Wil je alsjeblieft geen opmerkingen maken over mijn eetgewoonten? En al helemaal niet over mijn lichaam.’
Nadine: ‘Ja, ik vind gewoon dat zoiets niet mag. Of het nu positief of negatief is, stop daar mee. Ik heb zelf door heel mijn leven heen altijd opmerkingen gekregen en geïncasseerd, ook waar de machtsverhouding scheef was. Opmerkingen over iemands lichaam is gewoon heel ongemakkelijk. En ik vond dat raar dat mijn baas mij in zo’n positie bracht. Dat hoort niet.’
Roelant: ‘Tegenwoordig is dat een hot topic. Daarmee maak je het echt een boek van deze tijd.’
Nadine: ‘Dat moet ook, anders gaat het nooit veranderen. Als vrouw mag je best ambitieus zijn, maar je moet je nog steeds op een bepaalde manier gedragen Jasmine is een beetje bot, daarom zegt ze daar meteen iets van. Dat vind ik leuk.’
Roelant: ‘Een leuk citaat vind ik deze: Wist je dat de mate waarop je ouders hun liefde tonen voor een groot gedeelte bepaalt hoeveel je denkt dat je waard bent?’
Nadine: ‘Daar heb ik veel research over gedaan en het blijkt te kloppen dat je eigenwaarde een directe relatie heeft met de ouderliefde. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar het is heel belangrijk.’
Roelant: ‘Het is zo leuk dat je in een thriller ook dat soort gedachten neerzet.’
Nadine: ‘Dat hoort bij mij. Ik geloof en vind soms andere dingen en dat wil ik delen. En daarmee hoop ik mij ook te onderscheiden van reguliere thrillerauteurs.’
Dank je wel voor dit gezellige gesprek, Nadine.
Roelant
Perfecte Buren
Wat een mooi leuk interview