Op het nachtkastje van… Jeroen Windmeijer

De komende twee maanden – vakantiemaanden juli en augustus – sluipen wij de slaapkamer binnen van verschillende auteurs en gaan ‘stiekem’ eens piepen wat zij nu lezen. Met andere woorden, we gaan kijken wat er te lezen op hun nachtkastje ligt. Kijk jij mee? Vandaag blijven we binnen de landsgrens en gaan richting Leiden waar Jeroen Windmeijer woont.
Jeroen Windmeijer is van huis uit cultureel antropoloog en was jarenlang docent godsdienst en maatschappijleer op een middelbare school in Leiden. In januari 2019 gaf hij zijn baan op om zich volledig op het schrijverschap te kunnen richten – bij zijn uitgever HarperCollins Holland. In 2015 debuteerde hij met De bekentenissen van Petrus – waarvan onlangs een herschreven versie onder de nieuwe titel Het Petrusmysterie is uitgekomen. Met Het Pauluslabyrint (2017) en Het Pilgrim Fathers Complot (2018) maakte hij de Leidse serie van drie boeken rond archeoloog Peter de Haan en historica Judith Cherev compleet. In het kader van wat een Latijns-Amerika trilogie moet worden verscheen in 2019 De Offers, gebaseerd op zijn eigen veldwerk van zes maanden in een kleine indiaanse gemeenschap aan de oevers van het Titicacameer. In oktober 2020 verschijnt De Genesissleutel dat zich afspeelt rond de mysterieuze tekeningen in de Peruaanse Nazcawoestijn. In het voorjaar van 2020 verscheen Het Isisgeheim dat hij samen schreef met cultuurhistoricus Jacob Slavenburg. Volgend voorjaar 2021 zal Het Evacomplex van hun hand verschijnen. Windmeijers werk is inmiddels ook in Engeland en de VS, Italië, Duitsland en Portugal verschenen.
Wat ligt er op zijn nachtkastje deze zomer?
Ik lees altijd van alles door elkaar. Vaak een of twee non-fictieboeken, die bijna altijd een raakvlak hebben met de bijbel, met Jezus of met het vroege Christendom. En dan meestal twee ‘leesboeken’ zogezegd, waarvan één roman en één thriller. Ik lees graag thrillers om te zien hoe andere schrijvers het doen: het opbouwen van spanning, het doseren van informatie, de manier van schrijven. Voor het slapen gaan lees ik graag korte verhalen zoals bijvoorbeeld uit het Verzameld Werk van Tsjechov. Het is onvoorstelbaar hoe die man in één, twee zinnen al direct een hele wereld weet op te roepen met echte mensen van vlees en bloed. Je bént gewoon met hem in dat negentiende-eeuwse Rusland. Het water loopt je in de mond als hij smakelijk een rijkgevulde dis beschrijft met pasteitjes, wild, fruit en waar de wodka rijkelijk vloeit.
Ik heb deze week direct De rat van Amsterdam van Pieter Waterdrinker gekocht, ik vind hem een van Nederlandse beste schrijvers. Poubelle vond ik echt duizelingwekkend. Zó moet je schrijven denk je dan als je dat leest. Ik kijk dus echt heel erg uit naar dit boek. Ik vond Tsjaikovskistraat 40 ook al zo mooi.
Verder ben ik bezig in Marcus. De man met de verminkte vingers van filosoof Charles Vergeer. Het vormt samen met Jezus, Een nameloze en Panterjong een drieluik over het evangelie van Marcus. Het is echt bijbeluitleg op de vierkante millimeter, maar zó razend knap gedaan! Door de nadruk te leggen op één enkel woordje – of juist te wijzen op de afwézigheid van een bepaalde term – lukt het hem om de dikke lagen stof van de traditie op die verhalen weg te vegen en je helemaal opnieuw te laten kijken naar iets wat je al dacht te kennen.
Van mijn collega Johan Andersen heb ik de thriller Zonder genade klaar liggen – een actueel verhaal over (de dreiging van) terrorisme, tegen een Nederlandse achtergrond. Ik las eerder zijn Dodenstoel, een super spannende en heel vlot geschreven thriller over een serie raadselachtige en brute moorden in Amsterdam. Uiteindelijk blijken er lijntjes te lopen naar het voormalige Joegoslavië en de val van Srebrenica, ook weer heel actueel, zeker in deze tijd. En ik heb Onmacht liggen, het debuut van Yvonne Doorduyn. Zij is speechschrijfster van Cora van Nieuwenhuizen, minister van Infrastructuur en Waterstaat. In deze thriller word uitgerekend een speechschrijver in Den Haag van moord beschuldig. Het boek belooft een kijkje te geven achter de schermen van het Binnenhof, dus ik ben benieuwd.
Verder ben ik Stephen King aan het ontdekken. Ik was altijd ver weggebleven van zijn werk omdat ik niet goed kan tegen horror en paranormale zaken. Maar ik ontdekte dat lang niet alles wat hij geschreven heeft tot dat genre behoort. Dus heb ik bijvoorbeeld 22-11-1963 gelezen over een man die terug kan reizen in de tijd en probeert de moord op John F. Kennedy tegen te houden. Ik heb net Mr Mercedes uit en heb nu bij de bieb het vervolg daarop gehaald, Eerlijke Vinder. Hij is een onvoorstelbaar goede schrijver. Hij vertelt je gewoon een verhaal en dat lijkt zó eenvoudig dat je bijna denkt: dat kan ik ook. Maar dat is dan natuurlijk niet zo.
Tenslotte lees ik De Stenen Getuigen van Tjarko Evenboer, een wat curieuze thriller in die zin omdat deze nu eens is geschreven vanuit christelijk standpunt. Inmiddels heeft de schrijver afstand gedaan van zijn christelijk geloof, maar het is ook eens verfrissend dat in deze goedgeschreven thriller de zaken eens worden omgedraaid wat betreft de good guys en de bad guys. Het is een dikke pil van meer dan 800 pagina’s die vanuit Nederland uiteindelijk naar Turkije leidt. Centraal staat de vondst die de juistheid van het bijbelse Genesisverhaal zou kunnen aantonen. Omdat dit precies tegengesteld is aan wat ik heb gedaan in het nog te verschijnen De Genesissleutel intrigeert het me extra.