Zomercolumn – Mariska Overman …. mavomeisje

Afgelopen weken, terwijl de temperaturen tot recordhoogtes stegen, zat ik me op te winden over een pennenstrijd die de afgelopen weken via de krant en sociale media wordt uitgevochten. Misschien heb je het meegekregen, misschien niet.
Columniste Rosanne Hertzbergen begon ermee. Ze schreef in haar krant, het NRC, een column over de elitaire boekhandel. De strekking ervan was dat de boekhandel neerkijkt op boeken downloaden, op boeken die niet als literatuur bestempeld worden zoals de populaire zeven zusters-reeks van Lucinda Riley. De boekhandel graaft haar eigen graf door dat elitaire gedrag. Uiteraard volgden reacties, van andere columnisten, van twitteraars. Dit alles raakte me. En als iets me raakt, dan wil ik weten waarom, waar zit mijn pijnpunt? Ik hoefde daar niet lang over te denken, ik weet heel goed waarom dit raakt.
Ik ben opgegroeid in wat mijn moeder altijd een arbeidersgezin noemde. Mijn beide ouders werkten vanaf hun 14e, een beroepsopleiding hebben ze nooit voltooid. Er werd thuis niet gelezen, behalve af en toe een panorama of een privé. Ik las de hele bibliotheek leeg, als enige in huis. Op de televisie werd naar series als Loveboat gekeken, en toen de commerciële televisie haar intrede deed, won die het van de publieke zenders. Niemand had gestudeerd, en ondanks een havo/vwo-advies in de zesde klas, vonden mijn ouders het prima dat ik naar de mavo ging. Ik was een onzeker meisje en kon slecht tegen stress en druk. De mavo zou zeker geen probleem zijn.
Al snel merkte ik dat er een groot verschil was tussen de mavo en havo/vwo. Het waren twee werelden, waarin ik ook regelmatig merkte dat mavo in de ogen van havisten en vwo’ers minderwaardig was. En met het ouder worden liep ik daar steeds vaker tegen aan. Ik heb een paar beroepsopleidingen niet afgemaakt, en rommelde wat aan met baantjes waar ik vooral heel ongelukkig van werd. Ik heb uiteindelijk na veel twijfelen een Hbo-opleiding gedaan (Theologie). Eindelijk had ik een papiertje waarmee ik de wereld kon laten zien: kijk, ik ben niet gek! En dat zinnetje zegt alles. Want dat heb ik al die jaren gevoeld, ook al vind ik dat rationeel volkomen belachelijk. En dat komt doordat in onze maatschappij voortdurend een onderscheid gemaakt wordt tussen hoge en lage cultuur, hoog- en laagopgeleid. De woorden an sich zijn al kwetsend. Ik ben hoogopgeleid, maar vanbinnen zit nog altijd dat mavomeisje dat boos en verdrietig wordt als ze een pennenstrijd leest zoals die de afgelopen weken gevoerd wordt.
En het verdrietige is dat ik bij mijn dochter dezelfde innerlijke strijd zie. Een mavomeisje. Ik ben niet goed genoeg. Ik ben niet slim genoeg. Ze heeft onlangs haar mbo-diploma gehaald (en wil door naar het hbo), en ze is niet eens trots. En waarom? Omdat de wereld om haar heen dat voortdurend laat zien: pas als je hoog opgeleid bent, ben je de moeite waard. Het stomme is dat ik dat nog benadruk ook, onbewust, door zelf op mijn 38e dat hbo-papiertje te halen. Ik heb in feite voorgeleefd dat het de oplossing voor een minderwaardigheidsgevoel is. Wat niet eens zo is.
In boekenland en in columnistenland gaat de strijd onverminderd door. In mijzelf ook, en ik vrees bij mijn dochter ook. En dat terwijl het onnodig is. Als iedereen in eerste instantie simpelweg gewaardeerd wordt om wie hij/zij als mens is, om dat wat iemand als mens in het leven (privé en werk) laat zien, los van het papiertje, dan is de wereld een mooiere plek. Ik ga in ieder geval (opnieuw) een poging doen mijn eigen strijd wat meer te laten rusten, en deze zomer ga ik proosten op het mavomeisje in mij.
Mariska Overman