Zomercolumn – Daniëlle Pasma … Waarheid of vrijheid?

Het is nu zes jaar geleden…
Ik zit met mijn rug tegen een boom in de schaduw op een Franse berg. Ik probeer mijn laptop een comfortabele positie op mijn knieën te geven. Wat wordt zo’n ding heet op je blote benen! En met al ver over de dertig graden, is dat niet echt prettig schrijven. Ik snap eerlijk gezegd ook nooit zo goed waarom het een laptop heet, aangezien ik nog niet heb uitgevonden hoe ik lekker werk met zo’n apparaat op schoot.
Ik voel me niet alleen hierdoor mopperig, ik ben in een algehele baal en schop stemming. Niets lukt, mijn cursor veegt de woorden, die voorzichtig op mijn pagina durven te komen kijken, iedere keer weer met een meedogenloze zwiep van rechts naar links weg, waarna hij mij als iemand met ongeduldig tikkende vingers op het tafelblad lijkt aan te staren. En…? Ja…? Kom maar! Niets.
Ik voel het gemopper steeds sterker worden. Het uit zich in diepe zuchten en geïrriteerd zoeken naar een makkelijkere houding. Ik weet wel wat het is. Natuurlijk wel. Het is weerstand. Weerstand die me wil beletten een mega grote stap te maken. Het zal allemaal wel. Ik word er alleen maar chagrijniger door.
Jaha… ik hoor je wel, denk ik nijdig. De zachte stem in mijn hoofd zwijgt even meewarig en laat dan, als een echte vrouw, nog een ‘maar je luistert niet, je luistert nooit’ ontsnappen. Ik ben het zat. Ik smijt mijn laptop zachtjes van me af en sta op. In het zwembad tref ik mijn schrijfmaatje. Ik heb haar deze week voor het eerst ontmoet, maar we voelen elkaar al haarfijn aan. Bij haar uit ik mijn gram.
‘Niets stroomt, ik zit helemaal vast,’ vertel ik haar met een donkere blik. ‘Hoe moet ik nou mijn ware verhaal vertellen? Alles loopt dood. Ik ben alleen maar bezig met te bedenken hoe het nou ook alweer allemaal precies gebeurde en wee mijn gebeente als ik het dan niet goed heb, want dan klopt het niet meer.’ Met een dramatisch gebaar gooi ik mijn handen omhoog, terwijl de spetters overal om me heen vliegen. ‘Er is geen lezer die dit wil lezen,’ verklaar ik somber.
‘En wat gebeurt er als je dat los laat?’ vraagt schrijfmaatje.
Ik kijk haar aan. ‘Wat? De Heilige Waarheid?’
‘Ja, precies. So what… wat gebeurt er als je alle feiten loslaat en gewoon je verhaal gaat vertellen?’
Een enorm gevoel van opluchting slaat door me heen. Mijn verhaal… Niet dé waarheid, maar mijn ware verháál… Ik slaak een diepe zucht. Er verschijnt een glazige blik in mijn ogen. Ik voel de woorden naar me toe stromen, zich om mij heen verdringend om als eerste gebruikt te mogen worden. In mijn onderbuik roert zich het verlangen om me te laten meevoeren naar onbekende avonturen. Weerstand stribbelt nog wanhopig tegen. Maar dan is het niet waar! In gedachten druk ik mijn vinger op de backspace toets en zie Weerstand van rechts naar links worden weggevaagd. O jawel, zeg ik in mijn hoofd, want ik heb de vrijheid om mijn verhaal meer waar te maken dan feiten ooit zouden kunnen doen.
Ik kijk schrijfmaatje aan en knik. ‘Ik moet gaan. Ik moet schrijven.’
Ik hijs mezelf het zwembad uit, grijp mijn laptop en druipend ren ik de trap op naar mijn kamer.
Zes jaar geleden liet ik de Heilige Waarheid los en gaf ik mezelf de vrijheid een romanschrijver te zijn. Anderhalf jaar later verscheen Rode handen, twee weken geleden Rode draden. Ik kan niet wachten om in volledige vrijheid verder te schrijven aan deel 3, Rood bloed. De Rode trilogie, mijn ware verhaal.
Daniëlle Pasma