Zomercolumn – Esther Boek … Gelukkig en tevreden

Wat maakt mij nu echt gelukkig? Uiteraard de schoten voor open doel; mijn gezin, mijn familie, mijn vrienden, mijn dieren, dat het goed met ze gaat.
Maar daarnaast, wat maakt me naast deze logische dingen, gelukkig? En liggen tevreden en geluk dicht bij elkaar? Deze vragen stel ik mezelf regelmatig. Want echt dat grote geluk, hoe vaak ervaar ik dat nu? En dan moet ik constateren dat dit niet dagelijks is. Zelfs niet wekelijks. Het overvalt me, als ik het ervaar. En eigenlijk kan ik die momenten ook vaak nog benoemen, jaren later.
Die keer dat ik samen met man en kinderen ben gaan bowlen. Dat ik zag hoe ze genoten, dat was geluk. De lol die ze hadden als er weer een bal in de goot terecht kwam. De vreugde, als de kegels omvlogen door een toevallige goed gemikte worp. De gezonde competitie, het blijven toch jongens tenslotte, die ze uitdaagde, ja, dat was geluk.
En die keer in Denemarken, waar ik met mijn jongste zoon een weekje was. Ik zat op een pier en hij speelde rondom een voormalige vuurtoren. Ik keek uit over het water en de kleuren leken als in een aquarel. Over alles lag een grijze gloed en hoewel deze kleur normaal alles tempert, was het hier in Denemarken precies andersom. Zonder afbreuk te doen aan de schoonheid om me heen, haalde de grijze sluier de prikkels uit het landschap en hoefde ik slechts te genieten van al het moois dat zich voor mijn ogen afspeelde. En ik voelde mijn innerlijke batterij in sneltreinvaart opgeladen worden. Ja, dat was geluk.
De drie jongens, twee de volwassen leeftijdsgrens al gepasseerd, achter elkaar aan. Door het huis en de tuin. Deuren knallen open en slaan weer dicht. Stammende voeten op de trap. Luide kreten blijven hangen tussen de muren van de kamers. Ze hebben geen ruzie. Ze spelen met hun Nerfpistolen. Inmiddels woont de oudste niet meer thuis en is het stiller. Maar ja, dat was geluk.
Tevreden ben ik vaker. Misschien niet dagelijks. Ik heb simpelweg niet altijd de tijd om mijn tevredenheid te ervaren. Wat dan weer best een schokkende ontdekking is, moet ik mezelf meteen bekennen.
Maar dat huis, waar ik altijd zo geniet van mijn gezin, als dat huis een keer helemaal leeg is, de stilte als enige huisgenoot, ja, dan kan ik me tevreden voelen. Chocolade, melk met nootjes. Een leesboek. Een televisieprogramma dat al dat manvolk van mij schamper bekijkt, een kussen op mijn voeten, een dekentje over me heen, ja, dan ben ik tevreden.
Die eerste kop thee in de ochtend, geurend naar pepertjes en kruiden. De eerste slok, voorzichtig, om niet mijn lippen te verbranden. Het is de benzine voor mijn innerlijke motor. Zonder die kop thee kan ik mijn dag niet beginnen. Het liefst drink ik hem als iedereen nog op bed ligt, de deur open, de koude van de dageraad die de zenuwuiteinden van mijn huid prikkelt om te ontwaken. Dan ben ik volmaakt tevreden.
Wat ik al schrijvende bij mezelf ontdek is dat ik tevreden en gelukkig word van kneuterigheid. Het zijn niet de grote dingen in het leven, die me een goed gevoel geven. Nee, het zijn juist de dingen van alledag die ik niet zou willen missen.
Toch is er nog iets dat me gelukkig maakt, hoewel voor velen niet alledaags. Het schrijven van mijn boeken. Natuurlijk is het een kick om ze in de winkel te zien liggen, een mooie recensie voorbij te zien komen, lezers te ontmoeten. Dat zijn de krenten in de pap voor mij als auteur. De momenten die me blij maken en die ik koester in het herinneringsboekje in mijn hoofd.
Maar toch, die pap zelf, dat is wat me oprecht gelukkig maakt. Mijn vingers die over het toetsenbord vliegen, zonder echt te beseffen wat ik aan het doen ben. Het nalezen van die zinnen en dan de verbazing voelen dat ze uit mijn brein ontsproten zijn. Het personage, dat ik acties had toebedacht, maar die al typende haar eigen weg kiest. Totdat ze, samen met de andere personages, volwaardige personen zijn geworden die in een boek mogen. Een boek dat gelezen gaat worden en zo, hopelijk, een beetje kan bijdragen aan de tevredenheid van een ander en misschien, heel misschien, ook voor een beetje geluk mogen zorgen.
Esther Boek