Inge dichtbij … Langs de meetlat van boekrecensenten

Weet je wat zo lastig is aan een
negatieve recensie? Als schrijver daarop reageren, kan nooit goed uitpakken.
‘Je moet erboven staan’, wordt er dan gezegd of ‘focus maar op alle goede
recensies’. Ik vind dat te gemakkelijk. Waarom delen we wel de positieve reacties
en niet die, die ons werk bekritiseren? Ik weet het antwoord allang. We leven
in een succescultuur, alles moet gewogen en gemeten. Alleen zo kunnen we
vaststellen wat ertoe doet en wat niet. Als schrijver wil je ertoe doen, anders
was dat hele boek er niet gekomen.
een recensie die ik onlangs kreeg van ‘G.O.’ op Hebban met
de titel ‘Niets nieuws onder de zon’. ‘O’ had mijn eerste boek al flink
bekritiseerd en mijn tweede boek kwam er niet veel beter vanaf. De recensie is
goed opgebouwd en geschreven, maar ‘O’ strooit naar mijn mening iets te
gretig met voorbeelden van wat er niet goed is aan mijn boek. De ‘zure’ toon
van haar woorden vreet dan ook pijnlijk aan mijn schrijvershart.
zelden. De positieve óf de kritische. Ik lees ze en neem eruit mee wat mij
aanspreekt, waarvan ik het gevoel heb dat ik erop moet letten om het de
volgende keer beter te doen; iets wat ik leerde tijdens de driejarige
schrijfopleiding die ik volgde en de docentenopleiding van anderhalf jaar die
ik aansluitend afrondde.
maar niet op een fijne manier. Dus wil ik voor mezelf vaststellen waardoor dat
komt. Er zitten enkele waarheden in haar kritiek, daar ligt het niet aan. Daar
ben ik haar juist dankbaar voor. Neem ik mee. Nee, wat me raakt en me een naar
gevoel geeft is de toon van het stuk. Die is zuur, denigrerend zelfs. Waarom
zou ze dat zo gedaan hebben? Ik ken haar niet en zij kent mij niet. Is het niet
zo dat als een recensent verwacht dat de schrijver een goed boek schrijft, de
schrijver mag verwachten dat de recensent een goede recensie schrijft? Is er
eigenlijk een opleiding tot recensent? Kunnen recensenten ‘sterren’ of ‘ballen’
krijgen voor hun recensies?
(excuus voor het cliché) heb je daar als schrijver niets aan. Bovendien getuigt
het van weinig empathie voor de vele uren (lees: drie jaar) hard werk. Een
boekrecensie dient naast kritisch ook bemoedigend te zijn. Anders is het alleen
maar afkraken om het afkraken. Ik ben de eerste die leert van kritiek en neem
alle reacties van lezers, positief of negatief, mee bij het schrijven van mijn
volgende boek. Ik wil immers groeien als schrijver. In dat opzicht hebben
schrijvers kritische recensenten nodig. Dat geldt ook andersom. Zonder boeken
geen werk voor boekrecensenten. Die liefde moet van twee kanten komen.
en krantenbijlages die ‘sterren’ of ‘ballen’ uitdelen voor boeken zich wel eens
afvragen wat zoiets met schrijvers doet? Waarom moet er een ‘score’ aan
gehangen worden? Waarom niet een goed geschreven recensie waarin zowel
gerefereerd wordt aan wat goed is in het boek (tops) en wat er beter kan
(tips)? Zo moeilijk lijkt me dat toch niet. Maar zoals gezegd. Het zit in onze
cultuur. Cijfers op school, diploma’s, prijzen, rankings. Goed, beter, best.
(Be)oordelen zit blijkbaar in ons bloed. Lekker juist, die meetlat. Ik zie ‘O’ al in haar handen wrijven. ‘Van der Krabben heeft het wéér verprutst, dat
zal ik haar eens goed duidelijk maken.’ Hoe lang zou ze gedaan hebben over het
schrijven van haar recensie? Vast geen drie jaar.
weer fijn boven gaan staan en me focussen. Tot slot een top en een tip voor ‘G.O.’ Top: Dankjewel voor de moeite. Tip: Bespaar jezelf en mij die
moeite bij mijn volgende boek.
Die "recensie" van Geertje Otten (want die is het) is één negatieve litanie. Ik ken je boek niet, Inge, dus ik heb geen mening erover. De geloofwaardigheid van Otten staat voor mij sterk onder druk, als ik zie hoeveel goede beoordelingen je boek krijgt van mensen die weten waarover ze het hebben. Advies mijnerzijds: ga niet in discussie met Hebban. Zij kunnen niet goed tegen kritiek, en dan zeg ik het eufemistisch.