Genre: roman
Uitgever: Lebowski
ISBN: 9789048845309
Uitvoering: paperback
Aantal pagina’s:
Uitgave: maart 2019
Dank aan Uitgeverij Lebowski voor het beschikbaar stellen van dit recensie-exemplaar.
De achtste dag is de eerste fictieroman van Annemarie Haverkamp. Net als hoofdpersoon Egbert heeft Haverkamp een ernstig gehandicapte zoon. Haar grootste nachtmerrie is dat haar, van haar zorg zeer afhankelijke zoon, haar overleeft. Hoe moet het dan verder met hem?
Dit gegeven vormt de basis van dit verhaal dat over vader Egbert en zijn zwaar gehandicapte zoon Adam gaat. Adam is een vrolijke jongen; blind geboren en steeds dover wordend. Hij kan met gebaren aangeven dat hij honger heeft, zijn stem gebruiken om ‘papa’ te zeggen en genieten van door mannenkoren gezongen kerkdiensten. De zorg voor Adam valt geheel op de schouders van de alleenstaande Egbert.
Moeder Emma is lang geleden overleden en komt in flashbacks terug. Door de flashbacks krijgt het verhaal van de man en de jongen diepgang. Tevens wordt het boek hierdoor dynamisch en leest het vlot weg. Waar Haverkamp drie jaar over deed om het verhaal te schrijven, lees je in een ruime anderhalf uur het boek uit. Helaas zitten er ook zinnen bij die zo gekunsteld zijn, dat je het twee, soms drie keer moet herlezen.
Waar Egbert aan lijdt, blijft onvermeld. Maar duidelijk is dat hij terminaal ziek is en slechts kort te leven heeft. Egbert heeft, op een zich van hem vervreemde broer na, geen familie meer. In het door werkloosheid geteisterde dorp heeft hij geen vrienden. Hij heeft überhaupt met weinig mensen contact.
Egbert, die timmerman is, accepteert een opdracht van de dokter om een trap te bouwen. Dit geeft Egbert 7 dagen de tijd om een oplossing te bedenken voor wat er met Adam zal gebeuren na zijn dood. Hoewel de essentie van het verhaal een treurig gegeven is, is het verhaal humoristisch en licht geschreven. De liefde van Egbert voor zijn Adam is duidelijk in elke handeling van hem. Zelfs het liefkozende ‘Vetklep’ brengt een glimlach op het gezicht.
Symbolisch is de relatie van vader en zoon met gans Gerrit. Als lezer krijg je het gevoel dat Gerrit een gezonde surrogaatzoon is. Egbert gaat heel ver in zijn pogingen om Gerrit alles te leren zoals een echte ganzenmoeder dat zou doen. Adam kan nooit iets leren van Egbert. Gerrit wel.
Ook als niet-ouder identificeer je met Egbert en zijn pijn en verdriet om Adams toekomst. Af en toe stokt de adem in de keel. Het boek zet je aan het denken over hoe kinderen met een enorme zorgvraag worden verzorgd in Nederland. Waarom wordt Egbert niet meer ondersteund in de zorg van Adam? Waarom is de zorg niet beter geregeld in instellingen? Waarom nemen ouders soms een drastische maatregel in het ‘belang’ van hun kroost?
Haverkamp bewijst met dit boek dat ze kan schrijven. Toch zou ik deze roman niet een geheel fictieroman willen noemen. Ze schrijft over een onderwerp waarover ze veel columns heeft geschreven. Een onderwerp dicht bij haar hart. Ik ga wel haar non-fictieroman Dolgelukkig zijn wij in de bibliotheek opzoeken. Ik ben benieuwd naar haar volgende roman.
3 sterren
Liliën
Gastrecensent De Perfecte Buren