‘Alles wat je altijd al had willen weten over taal’ – Mathilde Jansen & Marianne Boogaard

Uitgever: Meulenhoff
ISBN: 9789029093200
Uitvoering: hardcover
Aantal pagina’s: 246
Uitgave: november 2018
gaat uit naar uitgeverij Meulenhoff die mij opnieuw een prachtig boek ter
recensie gaf.
vak Taalkunde moest ik op zoek gaan naar een onderwerp waarover ik mijn
Taalkundeonderzoek kon doen. Toen zag ik in de catalogus van Meulenhoff dit
boek. Ik liet het meteen voor mij aanvragen, want de achterflap klonk mij
interessant. Hierin moest ik toch wel een onderwerp kunnen vinden?
gebruik van hun hebben, over de taal van Cruijff, over sms-taal, over Engelse
woorden in het Nederlands. Maar wat weten we eigenlijk van taal?
In De taalcanon komen alle belangrijke vragen over taal aan bod. Kun je je
moedertaal ook vergeten? Verschilt een gebarentaal per land? Bestaat er een
talenknobbel? Kun je een nieuwe taal bedenken? Is er ooit één oertaal geweest?
Praten mannen en vrouwen verschillend? Hoe werkt spraakherkenning via de
computer? Staan alle woorden in de Van Dale? En: wat is eigenlijk het nut van
grammatica?
mogelijke kanten belicht. Ruim vijftig taalwetenschappers – zowel de ervaren en
gerenommeerde, als de jonge en veelbelovende – schrijven met enthousiasme
diepgravend en op een luchtige toon over dat wat hen zo boeit aan taal. Op deze
manier wordt het verschijnsel taal voor iedereen inzichtelijk gemaakt.”
(website Meulenhoff)
nabij de 2,5 pagina) geschreven door een groot aantal verschillende auteurs
onder redactie van Mathilde Jansen en Marianne Boogaard. De stukjes zijn niet
bijzonder lang. Hiermee weten de auteurs te voorkomen dat wij, als lezer,
verdrinken in een ‘shitload’ aan informatie en zorgen zij er voor dat de lezer
de hoofdzaken over het onderwerpje te weten komt. Iemand die niet van
wetenschappelijke artikelen houdt, zal juist ook dit boek eens ter hand moeten
nemen. Het zijn geen moeilijke, wetenschappelijke stukken, maar informatie in
hedendaags Nederlands die iedereen begrijpt. Het leest zelfs vlot en makkelijk.
Maar het blijft informatie die je vergaart, dus echt lekker door lezen gaat
niet. Dat is echter ook helemaal het doel niet van dit non-fictiewerk. Om de
zoveel stukjes moet je even alle informatie verwerken.
Op sommige pagina’s zijn grijze blokken toegevoegd. In deze grijze blokken
staan weetjes en feiten over taal. Erg leuk en leerzaam. Ik miste echter wel een uitgebreide bronnenlijst. Achter in het boek vinden we
wel een register en een paar pagina’s met verdere informatie over de auteurs en
hun werk, maar geen bronnen waaruit de auteurs hun informatie halen. Dit is
vooral storend wanneer een auteur schrijft ‘uit onderzoek blijkt’.
taalkundestudent in mij wil dan weten welk onderzoek dit is etc. Zeker omdat ik
op dat moment aan het zoeken was naar een onderwerp voor mijn Taalkunde
onderzoek. Dan wil je bekijken waar en hoeveel informatie er te vinden is.
Gelukkig heb ik (door dit boekje) een onderwerp gevonden. Namelijk ‘het
verschil tussen spreken van mannen en vrouwen’, gebaseerd op het artikel van
Ingrid van Alphen in dit boekje. Mijn onderzoek is geschreven, een cijfer heb
ik nog niet. Maar zodra het kan, laat ik het jullie lezen. Ik geef dit mooie
boekje, voor alle taalliefhebbers, vier sterren.