Kerst in de ’60-er jaren.
In deze periode van het jaar gaan mijn gedachten regelmatig terug naar mijn kleuter- en kindertijd. In mijn beleving lag er ALTIJD sneeuw in de laatste weken van het jaar. Met mijn jongste broertje stond ik vroeg op om verder te gaan met het maken van de glijbaan voor het huis. Wat hadden we een lol. Gewoon met de rubberlaarzen, geitenwollen sokken erin, probeerden we elkaar de loef af te steken wie het verste kwam. Met rode konen kwamen we weer naar binnen waar ons mam ons verwende met een beker warme chocolademelk, gemaakt van echte cacao. Daarbij mochten we uit de koektrommel een speculaasje pakken en was het altijd een beetje ruzie wie het molentje kreeg.
Het was een drukke tijd voor mijn moeder die met de kerst alles tiptop in orde wilde hebben. Het koper- en zilverwerk kreeg een flinke poetsbeurt en volgens mijn moeder kreeg je het beste resultaat als je er ‘de botten opzette’. De witte was werd nog even gedaan zodat het damasten tafellaken ook weer voor gebruik klaar lag.
Ik herinner me dat mijn oudste broer op een maandagochtend de elektrische wringer waar de was doorheen gehaald moest worden (de was die op zondagavond in de Biotex gezet was) nader wilde inspecteren. De stekker in het stopcontact, de hand tussen de 2 rollen….. Wat er daarna gebeurde laat zich raden….4 vingers verdwenen en de duim bleef ‘hangen’. Paniek in de tent. Het eerste wat mijn moeder deed toen ze het gegil hoorde was de stroom eraf zetten en mijn vader trok met al zijn kracht de bovenste rol van de wringer zodat de hand van mijn broer vrij kwam. Het gebeurde allemaal vlak voor schooltijd, het was nog donker buiten. Ik weet dat ik op de kleuterschool zat en ondanks de zorgen om mijn grote broer moest ik daar naar toe. Omdat wij geen auto hadden, ons pap voelde zich het veiligst op zijn Gazelle en op de loc tussen de rails, werden onze buren ingeschakeld om met hun auto broerlief naar het ziekenhuis te brengen waar geconstateerd werd dat de duim uit de kom was. In het kleuterklasje was ik stil, had helemaal geen zin om van papier-maché een kerstkribje in elkaar te kneden. Ik hield helemaal niet van dat geklieder maar ondanks dat ik met mijn gedachten bij mijn grote broer was, werd het toch nog een mooi kribje. Thuisgekomen bleek het dus allemaal gelukkig mee te vallen, de mitella was best wel stoer.
Ik vond het altijd heel spannend als de doos met kerstspullen van de zolder kwam en zo gauw de kerstboom stond en een tafel voor de krib was geïnstalleerd mocht ik de beelden uit het vergeelde krantenpapier halen. De 3 koningen, Jozef en Maria, het kindje Jezus, de os en de ezel, herders en schaapjes, samen vertelden ze een verhaal. De grote kameel (die volgens mij eigenlijk een dromedaris was) had al vele jaren overleefd met dank aan de nodige lijm. Ik kon helemaal wegdromen bij het licht van de lampjes in de kerstboom en de kaarsjes die bij het kribje aangestoken werden. Als ik mijn oogjes tot spleetjes kneep was het ‘sterretjes effect’ prachtig. Op de zwart/wit televisie keken we naar het kerst-winter-circus, naar de Winterspelen waarin Atje Keulen Deelstra, Ard Schenk en Kees Verkerk Nederland op de kaart zetten. Ook het gracieuze ijsdansen van Sjoukje Dijkstra staat in mijn geheugen gegrift. Met open mond zaten we voor de buis. Buiten vielen de sneeuwvlokken naar beneden, binnen was er de warmte van de kachel. Een mooie herinnering aan mijn jonge jaren die mede door de liefde van mijn ouders nooit verloren zal gaan.
Annemarie