Boek van de maand ‘Manzanilla’ – Bookflash en WIN actie !

leesfragment UIT DE SPANNENDE ROMAN ‘MANZANILLA’
buiten nog aangenaam en Hester nam haar dochters mee de achtertuin in. Daar
konden ze rustig nog een uurtje spelen voor ze aan het avondeten zou beginnen.
Met verse smoothies voor de kinderen en een groot brok chocolade voor zichzelf
was dit voor haar het ultieme genieten van hun nieuwe onderkomen. Ze keek
bewonderend naar de achterzijde van het klassiek gebouwde huis. De
witgepleisterde muren, het rieten dak, de grote ramen met roeden, de balustrade
in de royale hal. Ze waren er als een blok voor gevallen toen Koert en zij op
zoek waren naar het perfecte familiehuis.
makelaar had het op de route langs enkele beschikbare huizen eigenlijk niet
willen laten zien omdat het maar tot aan het einde van het jaar verhuurd werd.
Daarna zou het huis verkocht worden door de erfgenamen die volgens de makelaar
in een lange afwikkelingsprocedure waren verwikkeld. Toen de makelaar het
prachtige smeedijzeren hek had geopend en ze de oprit waren opgelopen, was
Koert echter meteen verkocht.
lag een paar kilometer van het strand en bij het verhuurde perceel hoorde ook
een zomerhuis, verstopt in de diepe achtertuin. Koert wilde als eerste de tuin
zien, terwijl Hester liever binnen wilde kijken. De fraaie entree met marmeren
vloer omarmde haar als een warme deken. De paneeldeuren, de badkamer met een
jacuzzi, de muren die waren afgewerkt met een natuurlijke kalkverf, alles vond
ze mooi. De praktische indeling, het rieten dak, het aparte washok en de grote
woonkeuken met uitzicht op de riante tuin hadden ervoor gezorgd dat ze haar
keuze snel had gemaakt, iets wat normaal niet zo snel gebeurde. Binnen een uur
was de huur beklonken.
de weken erna euforisch geweest omdat de villa hem deed denken aan de lang
vervlogen tijden in zijn ouderlijk landhuis en door zijn herinneringen aan
lange lome zomers aan het Noord-Hollandse strand en de zee. En eindelijk – hij
had het al vele keren tegen Hester gezegd – kon hij zijn oude studievrienden te
logeren vragen. In Amsterdam had dat in het smalle grachtenpand nooit gekund.
Koerts ogen hadden gestraald toen hij haar had aangekeken en haar beloofde dat
het prachtige zomermaanden zouden gaan worden.
een golf van angst gevoeld toen ze het laatste gedeelte van de tuin, naast het
zomerhuis, had gezien. Volgens de makelaar was het een uniek stuk tropische
tuin, aangelegd door de toenmalige vrouw des huizes. Ze had naar adem gehapt
toen ze grote stekelige cactussen, palmbomen en andere tropische planten zag.
de opkomende tranen in haar ogen had gezien, had ze een smoesje verzonnen dat
dit haar aan haar vader deed denken, een tropisch bioloog in hart en nieren. En
met een snik in haar stem had ze gezegd dat ze het verschrikkelijk vond dat hij
dit paradijsje voorlopig niet zou zien. Hij was diep in het Zuid-Amerikaanse
Amazonegebied bezig met een belangrijk plantenonderzoek. Koert was meteen zo
begripvol geweest, hij begreep het volkomen dat ze haar vader miste. Maar het
was geen verdriet geweest, het was een angstscheut die vanuit haar tenen een
weg naar boven probeerde te zoeken.