‘Ik ben, mijn pen is’ – Danny Vandenberk

het recensie-exemplaar.
Lebowski werkt op een kantoor van een middelgrote firma. Hoewel hij gestudeerd
heeft en altijd de beste van de klas was, slijt hij zijn dagen met geestdodend
werk. Danny is een dagdromer, dit werk staat dat dagdromen ook makkelijk toe.
Hij is getrouwd met Sabrina en samen hebben ze vier kinderen. Drie van de vier
kinderen zijn gediagnosticeerd met een stoornis in het autistisch spectrum.
maakt Danny nieuwsgierig, zouden ze dat van hem hebben? Hij durft best toe te
geven dat hij wellicht wat autistische trekjes heeft. Zo houdt hij niet van
veranderingen. Wanneer zijn vrouw plannen heeft, dan moet ze dat echt de dag
ervoor met hem bespreken. Maar een klassieke autist is hij nou ook weer niet.
Op kantoor weet hij zich goed te handhaven in, wat hij zelf noemt, het
kippenhok, de kamer waarin hij werkt met drie vrouwen. Hij houdt van taal,
speelt met taal, het hele verhaal is doorspekt met zijn taalvondsten. Deze
taalvondsten zijn overigens vaak op het randje van het schunnige af. Dat is
Danny, of liever gezegd zijn alter ego Sid, ten voeten uit. De buitenwereld
krijgt Sid niet te zien, dat vindt Danny toch te riskant. Sid is niet sociaal,
houdt zich niet aan afspraken of regels. Sid komt alleen tevoorschijn wanneer
Danny niet in gezelschap is, in zijn auto bijvoorbeeld.
brein houdt nooit op met denken, het is altijd chaos in zijn hoofd. De auteur
weet dat prima in het verhaal te verwerken. De korte hoofdstukken spelen zich
voornamelijk af op het werk. Het totale boek verhaalt over negen maanden uit
het leven van Danny. Negen maanden waarna het boek ‘geboren’ wordt. Centraal in
het boek is de zoektocht van Danny naar wie hij nou eigenlijk is. Zijdelings
krijgen we alle kantoorroddels mee en het de zinloosheid van het werk op dit
kantoor.
mee, voelt de chaos in zijn hoofd. Maar die chaos maakt ook dat het boek niet
eenvoudig te lezen is. De auteur associeert erop los, is soms moeilijk te
volgen. Dat klopt uiteraard weer met de verhaallijn. Geen pageturner dus maar
een boek dat je over langere tijd moet lezen, daar nodigen de korte
hoofdstukken ook toe uit. Heb ik Danny leren kennen? Nee, daarvoor is het
verhaal toch te veel aan de oppervlakte gebleven. De prachtige taalvondsten maken
het boek wel de moeite waard, drie sterren.