Inge dichtbij

Schrijfretraite: diep schrijven
Het klinkt heel leuk, op schrijfretraite gaan, en dat is het ook. Het woord retraite doet mensen denken aan ontspanning, even ertussenuit, bijkomen van de dagelijkse hectiek. En ja, dat is het allemaal ook. Maar voor een schrijver is het geen vakantie, geen nietsdoen, geen lanterfanten. Voor een schrijver is het hard werken en meters maken en zoveel mogelijk uit de dagen dat je er bent halen. De ontspanning van de schrijfretraite zit ‘m voor mij in het feit dat ik niets anders hoef te doen, niet afgeleid word van mijn werk en dat is me heel wat waard. Ik merk dan pas goed hoe fijn het is om zonder onderbreking een paar uur achter elkaar te kunnen schrijven, hoe goed ik dan in mijn verhaal kom en de ideeën gaan stromen, de zinnen, de woorden. Er zijn misschien mensen die denken, wat een luxe, zo’n schrijfretraite en dat is het natuurlijk ook, maar voor mij is het daarbij broodnodig wil ik mijn roman voltooien. Ik probeer het gevoel dat ik tijdens de schrijfretraite heb thuis zo lang mogelijk vast te houden, maar eerlijk gezegd lukt het me nooit. De ideale omstandigheden waarin ik vijf dagen verkeerde zijn weg en de rompslomp van alle dag slokt me weer op. Dan denk ik terug aan het hotel tussen de zee en de duinen op Terschelling, de sfeer, met schrijvers onder elkaar, het plezier én het harde werken. Eenieder werkt aan zijn eigen verhaal en toch is er die verbinding, die cocon, dat unieke gevoel waardoor ik steeds weer terug wil komen.
Een maand voor ik op retraite ging had ik mijn manuscript ingeleverd bij de uitgever en kreeg daarna een feedback-gesprek. Veel was al goed, veel kon nog beter. Even zag ik ertegen op. Als je eenmaal je hele verhaal hebt staan is het lastig er weer in te duiken, waar begin je en hoe pak je het aan? De beste strategie leek me stap voor stap. Eerst de kleine foutjes eruit halen en dan aan het grotere werk beginnen. Scènes herschrijven, passages schrappen of hele scènes schrappen en nieuwe scènes schrijven. De belangrijkste feedback die ik kreeg was: zoek meer de grens op van je personages. Dat resoneerde in mij, want ik ben geen mens van extremen (althans, niet aan de oppervlakte) en dus vond ik het logische feedback. Ik moet mijn personages tot het uiterste drijven en hoewel dat niet in mijn aard zit en ik er diep voor moet graven, vind ik het wél superleuk om te doen, om ermee te experimenteren. Het opent een nieuwe kant in mezelf én in mijn verhaal. En juist in die relaxte omgeving van de schrijfretraite vind ik de rust om dieper te gaan in mijn schrijven.
Ik wens iedereen een fijne jaarwisseling en mooie plannen voor 2018 toe.
Inge