‘Houtrot’ – Rinske Hillen


Genre: roman
Uitgever: Em. Querido’s Uitgeverij BV
ISBN: 9789021407722 / NUR: 301
Uitvoering: paperback
Aantal pagina’s: 255
Uitgave: september 2017
dank aan uitgeverij Querido voor dit recensie-exemplaar.
Wenksterman, een natuurfilosoof die in een grachtenpand aan de Keizersgracht
woont dat al generaties lang in het bezit van zijn familie is. Bram is getrouwd
met Veerle en ze hebben een dochter, Amber, die in Cambridge studeert. Op het
moment dat het verhaal aanvangt, woont Bram alleen in het immense grachtenpand,
want Veerle is opgenomen in een psychiatrische inrichting wegens depressie. Nou
ja, alleen … Brams minnares Ella (de nicht van Veerle) woont bij hem in nu
zijn vrouw van huis is.
Bram te bedenken hoe hij de aanwezigheid van Ella moet verklaren aan zijn
dochter. Daarnaast heeft Bram problemen met zijn buurman Kussendrager, want in
beide panden is houtrot geconstateerd en er moet op korte termijn renovatie
plaatsvinden, anders lopen beide panden het risico om in te storten. Een
uiterst kostbare aangelegenheid. Geld wat Wenksterman niet heeft, maar zijn
schoonvader wel. Met zijn vrouw in een inrichting (op aansturen van Bram zelf)
is het nog maar de vraag of zijn schoonvader bereidwillig is om Bram uit de
brand te helpen.
feest ter ere van Brams vijfenvijftigste verjaardag, probeert Amber de nieuwe
situatie met Ella te duiden, zoekt ze contact met haar moeder (met wie zij een
moeizame relatie heeft) en raakt ze gaandeweg steeds meer verstrikt in haar
verleden. Een verleden met een lang verzwegen geheim.
waargebeurde geschiedenis van twee grachtenpanden (Keizergracht 268-270) als achtergrond
voor een verhaal over het (wankele) evenwicht van familiebanden. Het zal niet
toevallig zijn dat de schrijfster de getormenteerde fundering van een eeuwenoud
grachtenpand – een huis, normaliter een veilige haven voor een gezin – als
decor heeft gekozen voor het ‘derde bedrijf’ (om in theatertermen te blijven;
de climax) van een familievertelling. Rinske Hillen trekt je middenin een
verhaal, dat bij het begin al aan het einde lijkt te zijn. De laatste dagen tot
de ontknoping. Onderweg voedt ze de lezer steeds met kleine brokjes informatie
die als kruimels dienen voor een zoektocht naar het antwoord op de vraag: welk
geheim houdt het gezin Wenksterman in de greep? Rinske Hillen zet de
hoofdpersonages sterk neer en ze weet op haast nonchalante wijze een uiterst
geloofwaardige menselijkheid mee te geven aan de karakters. De beschouwingen,
overpeinzingen en observaties zijn mooi en beeldend:
het gewicht van hun lichamen vond het juiste midden niet, haar nek knakte in
een ongelukkige bocht en de wol van zijn trui kriebelde.”
uitzicht went niet, dat begrepen de mensen van tegenwoordig onvoldoende – ze
waarderen niet wat onveranderlijk is.”
afgelopen decennia had hij bij de gratie van de herhaling geleefd in de kieren
van het alledaagse.”
herkenbaarheid van de situaties: de complexiteit van familiebanden. Wortels (in
dit geval van je stamboom) kunnen voeden, maar ook verstikkend werken als ze
verstrengeld raken:
dat je je jeugd zou mogen samenvatten met één zintuig, dan zou ze kiezen voor
haar gehoor. Een geschiedenis van het zwijgen zou ze het noemen.”
erven elkaars hiaten, elkaars bitterheid… Individualisme is de misvatting van
deze tijd.”
interessant en heeft een gestaag tempo. De schrijfstijl is afwisselend
filosofisch en rechtdoorzee. De dialogen zijn geloofwaardig en boeiend. De
karakters krijgen voldoende ruimte om ‘vertrouwd’ te raken bij de lezer. Toch
miste ik bij vlagen samenhang tussen en verdieping binnen de afzonderlijke
verhaallijnen en de interpersoonlijke relaties. Misschien een bewuste keuze om
de individuele strijd van de hoofdpersonen te benadrukken. Het uitkomen van het
geheim voelde voor mij enigszins als een anticlimax.
lezen, de vele metaforen van Rinske Hillen zijn scherp en getuigen van een
groot observatievermogen.
een roos lekker ruikt, ook als er niet aan geroken wordt – noem het de wet van
lingerie: niemand weet van je kanten slipje en toch loop je er sensueler bij.”
moet mensen nooit zeggen dat ze talent hebben, dan gaan ze naast hun schoenen
lopen. Niet omdat ze arrogant zijn maar omdat ze onzeker worden. Dat is
hetzelfde. Als je alles hebt, durf je niet te bewegen. Dan wil je wat je hebt
behouden: je zit stil en je verroert je niet.”
had altijd het idee dat hij een vierkante bril op de ronde werkelijkheid zette
– en dat leverde dode hoeken op.”
Buren