Huivercolumn (1) – Nico Baaijens

vereerd voel ik me dat ik voor De Perfecte Buren een column mag schrijven. En
dat nog wel over mijn favoriete onderwerp: griezel-, horror- en huiververhalen.
woord ‘huiververhaal’ heb ik overigens zelf bedacht. Er is namelijk verschil
tussen een griezelverhaal en een huiververhaal. Een subtiel verschil. Eenzelfde
soort verschil als er is tussen bijvoorbeeld de Duitse en de Engelse humor. Het
verschil dus tussen de schaterlach en de glimlach.
eerste kennismaking met het onversneden griezelverhaal was in de examenklas van
de middelbare school toen de leraar Nederlands het verhaal De Zwarte Kat van
Edgar Allan Poe voorlas. Toen aan het einde de pointe als een duveltje uit ‘n
doosje naar voren sprong, liepen bij mij de rillingen over het lijf. Niet van
angst maar van bewondering. ‘Wat is dat mooi bedacht’, fluisterde ik. Later
probeerde ik daar een voorbeeld aan te nemen en werd het schrijven van
griezel… eh, huiververhalen en soms ook horrorverhalen een van mijn hobby’s.
heb ’t nu over de ‘pointe’, de crux, het verrassende slot van een goed
huiververhaal. Als schrijver moet je daar mee beginnen. Als je zonder een idee
van de crux gaat schrijven, wordt ’t niks. Je hebt niet genoeg aan een pakkende
titel, een spannend relaas of een markante of sympathieke hoofdrolspeler.
goede crux kun je ook niet bedenken. Je kunt niet achter je tekstverwerker gaan
zitten, even in de lucht kijken om een crux te verzinnen en dan gaan schrijven.
Zo werkt ’t niet.
crux… Die komt niet op afroep. Daar moet je op wachten. Die komt naar je toe.
Die komt uit je onderbewustzijn, middenin de nacht als je klaarwakker schiet en
vervolgens weer tevreden gaat slapen. Het gevolg is meestal dat je ’s morgens
wakker wordt met de alarmerende gedachte: ‘Ik had een prima crux… Maar wat
was dat ook al weer…?’
dus. Als een snel vervagende droom verdwenen in de mistbank van gedachten en
herinneringen die het onderbewuste wordt genoemd.
is de crux ook weer niet een heilig moeten voor het schrijven van een goed
huiververhaal. Een lekker, absurdistisch sfeertje kan de lezer ook veel
huivergenoegen verschaffen. Dat is bijvoorbeeld het geval in een van mijn beste
huiververhalen: ‘De Onopvallenden’.
is ook het geval in mijn eerstvolgende e-huiververhaal waaraan ik momenteel de
laatste hand leg: ‘Eenzame opsluiting’. Dat is een kafka-achtig surrealistisch
verhaal geworden waaruit duidelijk zal worden dat echte eenzame opsluiting de
zwaarste, de wreedste en de meest onmenselijke straf is die er bestaat. Denk
even aan de film ‘Papillon’ met Dustin Hoffman en Steve McQueen naar de roman
van Henri Charrière.
slot nog even dit.
zijn lezers die de griezelroman en het griezel(huiver)verhaal niet zien zitten
en ook niet als ‘genre’ willen erkennen. Zij hangen de overbekende genres aan,
als daar zijn: oorlogsverhalen, reisverslagen, detectives, SF, phantasy,
familiedrama’s, doktersverhalen en keukenmeidenromans.
voor mij kan intens genieten van een harde horrorfilm met bijbehorende hartritmestoornissen.
Gelukkig sta ik niet alleen in die mening. Het was niemand minder dan Ernest Hemingway
die zelf nooit een griezelverhaal voor elkaar heeft gekregen maar die over het horrorgenre
heeft geschreven, en ik citeer:
Baaijens
kunt mijn e-huiververhalen gratis downloaden als epub of pdf-bestand in mijn e-boekenpagina
op Facebook