Boek van de Maand: Aline van Wijnen blogt

een appje van een collega na de publicatie van het eerste deel van mijn
Facebook vervolgverhaal Tijm. ‘Ik herkende zelfs twee karakters.’
verbaasd terug.
lijken op A. en B.’
en B. dat niet vinden want ik kan niet leven van mijn royalty’s.’
wegleg, denk ik na over haar opmerking. Diegene die op mijn personage Emily
‘lijkt’, kende ik niet eens toen dit verhaal geschreven werd. En Sacha…. Sacha
is een algemeen typetje dat op elk kantoor te vinden is. Of eerder een
samenraapsel van meerdere typetjes waardoor iedereen zichzelf − maar meestal
een ander − erin kan herkennen. De karaktertrekjes of eigenschappen die ik
onbewust van meerdere personen heb ‘geleend’ en aangedikt. Indrukken die door
de jaren heen zijn blijven hangen totdat ze hun uiting in een personage hebben
gevonden.
net een spons die alles absorbeert’ − een uitdrukking die ik van verschillende
schrijvers heb gehoord, iets wat ik evengoed zelf kon hebben gezegd. Als
schrijver sta je altijd op scherp. Soms expres, meestal onbewust. Indrukken,
beelden, geuren − alles ervaar je anders dan diegene die niet schrijft. Het
geluid waarmee treindeuren dichtgaan. Het gevoel dat een warme aanraking van
een zonnestraal op je huid achterlaat. Het stopwoordje van een collega. Alles
kan in een boek en uiteindelijk komt alles er ook in. Een situatie die iemand
zal herkennen of een personage dat iemand denkt te hebben herkend.
jouw man?’ vroeg mijn redacteur nadat ze Liefde met gebruiksaanwijzing had
gelezen. Dezelfde vraag die mij een jaar geleden vaak werd gesteld over Leon
uit Halsoverkop.
ding om verliefd op te worden en heel aardig op de koop toe. Hij zal
ongetwijfeld de harten van mijn lezeressen doen smelten, wat natuurlijk ook de
bedoeling is. Toch is Max niet op iemand gebaseerd en zeker niet op mijn eigen
man. Ten eerste hoe uitdagend zou het voor me zijn om mijn man te beschrijven
als een personage van een roman? Ten tweede schrijf ik overduidelijk fictie −
iets wat verzonnen is, van gebeurtenissen tot personen. En ten derde… Ik
verzin mijn personage niet eens zelf. Ik luister naar het verhaal en laat het
personage als het ware ontstaan, alsof hij of zij in de wereld van mijn
verhalen geboren wordt en ik de eerste ben die dat personage mag ontmoeten.
lezers overkomt dat ze denken dat hij werkelijk bestaat − daar ben ik alleen
maar trots op. Dat betekent dat ik een realistisch personage heb neergezet en
een realistisch verhaal. De gebeurtenissen zijn fictief en toch kon het
evengoed zijn gebeurd. Personages die zomaar je buren kunnen zijn of een
situatie die de zus van je zwager ook heeft meegemaakt.
of bekenden in mijn personages zullen blijven ‘herkennen’ − daar heb ik me bij
neergelegd. Liever dat dan onaantrekkelijke wildvreemde personages waar de
lezer niks mee heeft. Althans, zolang het me mijn baan niet kost.