Rudy’s wereld: conflict

meer ben beginnen op te letten, maar de laatste tijd zie ik het zo ongeveer overál.
Zie ik het zelfs zo vaak, dat het haast voorspelbaar wordt. Bizar eigenlijk.
Maar niet helemaal onlogisch.
filmregisseur, tv-reeksproducent, liedjesschrijver, striptekenaar, het doet er
niet toe – zal je weten te vertellen dat een van de belangrijkste bouwstenen
van een verhaal ‘conflict’ is. Zonder conflict heb je geen verhaal. Je zou
zelfs kunnen stellen dat ‘een verhaal vertellen’ een manier is om te tonen tot
wat een bepaald conflict in specifieke omstandigheden kan leiden, hoe het al
dan niet kan opgelost worden, hoe het mensen in de afgrond kan duwen, kan
verheffen, en ga zo maar voort. Als je eraan twijfelt: probeer je eens een boek
voor te stellen waarin geen enkel conflict voorkomt. Tweehonderd bladzijden
over hoe mooi alles is, hoe fijn de relaties met de anderen, hoe vrolijk en
blij iedereen is, hoe aangenaam het weer… Tweehonderd bladzijden zónder een
enkel conflict – waarschijnlijk krijg je het gewoon niet uitgelezen. ‘Saai’ zal
het meest gebruikte stempel zijn. Of erger.
waarvan het conflict heel dicht op onze huid zit. Herkenbaar is. Hoe meer
andere elementen daar bovenop vergelijkbaar zijn met eigen ervaringen –
personages, gezinssituaties, reacties enzoverder – hoe emotioneler je je zal
verbonden voelen met het verhaal, hoe groter de impact. Zónder conflict wordt
dat laatste onmogelijk.
van ‘conflict’.
opzichte van de fysieke uitingen van conflict. Geweld moét tegenwoordig niet
alleen direct getoond/beschreven worden, neen, het moet zo gedetailleerd
mogelijk getoond/beschreven worden of het bevredigt een groeiende groep
kijkers/lezers niet langer. Het moet steeds meer, steeds heftiger, steeds
gruwelijker, steeds harder. En omdat er zóveel geld mee gemoeid is, wordt de
vraag ‘welke impact heeft al dat geweld eigenlijk op de menselijke geest’ nooit
meer gesteld. Ronduit onder de mat geveegd. De meest gehoorde reactie? ‘Het
heeft geen effect, want het is fictie, en dat weten we toch allemaal?’ Dat die
automatische gewenning op zich al een vorm van impact op de hersenen is,
schuiven we gemakshalve dan maar aan de kant.
te stellen dat voorgaande gewenning de oorzaak is van de toenemende agressiviteit
waarmee we in het dagelijks leven geconfronteerd worden. Dat het lontje van de
modale medemens een behoorlijk pak korter is dan twee decennia geleden, is iets
dat nog moeilijk te ontkennen valt. Verdraagzaamheid, begrip, meevoelen – er
wordt alsmaar vaker meewarig over gedaan. Gewoon een dreun verkopen, dat is
veel eenvoudiger. Nu ja, een dreun: hakken, snijden, breken, klieven, steken…
Geweld als oplossing voor conflicten wordt haast systematisch gepromoot, lijkt
het wel. Praten, wie doet dat nog?
‘het conflict’, daar waar je het niet meteen zou verwachten. Vooral dát is me
de laatste tijd meer en meer beginnen opvallen. Kijk naar om het even welk
‘informatief’ tv-programma, luister naar om het even welk interview op de radio
en je zult het zelf vaststellen: journalisten hanteren in hun vraagstelling
haast allemaal het conflictmodel. Het lijkt wel alsof ze ertoe verplicht
worden, alsof het zo moét. Je vraagt aan iemand niet gewoon meer waarom een
bepaalde beslissing is genomen. In de formulering van de vraag moét minstens
een prikje zitten, en liever nog een Prik: of de geïnterviewde in kwestie zich
bewust is van de tegenstand die de beslissing heeft losgeweekt, of de
beslissing niet in tegenspraak is met het gezond verstand, of de beslissing
niet getuigt van een totaal gebrek aan inzicht in de materie… Je kunt
eindeloos variëren, maar het komt wel telkens op hetzelfde neer. Het lijkt wel
alsof men het de journalisten op school systematisch aanleert. Er moét een
conflict in de vraagstelling verscholen zitten, anders is het een slechte
vraag. En niet zomaar alleen in de vraag. Onderbreek de geïnterviewde per
definitie. Geef die vooral niet de tijd om te antwoorden. Focus tijdens
gesprekken en/of interviews zo snel mogelijk op het ‘conflict’. Probeer
hem/haar zoveel mogelijk te irriteren. Als de gesprekspartner daarna een
antwoord formuleert op de ‘conflictvraag’, mag dat niet volstaan. Neen. Welke
rationele reactie iemand ook mag geven, er moet en er zal op de conflictvraag
doorgedramd worden. Daardoor ontstaat vaak een vorm van herhaling waar ik als
kijker/luisteraar al na enkele ogenblikken behoorlijk door geërgerd geraak.
‘Dat heb je nu al vier keer gevraagd, oen, ik weet het nu zo ondertussen wel!’
hoor je me dan roepen – met nog enkele krachttermen er achteraan.
tegenwoordig aanneemt, worden mee daardoor veroorzaakt, lijkt me. ‘Vind je niet
dat je de wormen onnodig mishandelt en een gruwelijk lot bezorgt’ is zo’n vraag
die je aan een visser zou kunnen stellen. Met een beetje geluk springt er wel iémand
op de kar, wordt er een actiegroep opgericht, en krijg je een hype die niet
meer te stoppen is.
zei: als je een verklaring voor een probleem niet meteen vindt, jongen, moet je
maar één vraag beantwoorden. Wie heeft daar financieel voordeel bij?
kijken we met een zekere verbazing naar het hele Sinterklaas en Zwarte
Piet-circus bij jullie, en de wijze waarop daarmee wordt omgegaan. Mijn
conflict-principe verklaart hier al veel. Het polariseert, en genereert
daardoor inkomsten. Een vrije zender zal wat graag een discussie organiseren
tussen voor- en tegenstanders, geregeld onderbroken door een stevige dosis
reclame.
las als oplossing voor de Zwarte Piet-crisis. Zwart gemaakt mag dus niet meer.
Vanaf nu moet het een blanke zijn met roetvegen op het gezicht. Dat zou de
symboliek veranderen. Heeft men er dan niet aan gedacht dat alleen op een blank
gezicht roetvegen te zien zijn? Met andere woorden: een gekleurde medemens mág
en kán dus de rol van knecht van Sinterklaas niet meer spelen. Is dat geen
subtiele vorm van uitgesproken racisme?
oplossingen aanreikt, iets verbetert, of zelfs maar nuttig is, doet er niet
toe. Zolang het maar financieel wat oplevert. Alleen levert het zelden euro’s
op voor degenen die de slagen moeten incasseren.