‘Vakantie nummer drie’ – Rudy’s wereld

nummer drie.
augustus ook nog het etiket ‘vakantiemaand’ opgeplakt krijgt, zal ik ook voor
deze blog een vakantiegebonden anekdote opvoeren. Men weze echter gewaarschuwd:
misschien moet ik hier wel een ‘wit vierkantje’ bijplaatsen. (Voor wie dit niet
begrijpt: een wit vierkantje werd vroeger door de toen nog Belgische
televisiezender rechts onderaan het beeldscherm getoond wanneer de
verantwoordelijken vonden dat de kijker moest worden gewaarschuwd voor
eventuele ‘aanstootgevende’ beelden en/of klanken.) Als u de vorige twee
bijdragen een beetje ‘onsmakelijk’ vond: deze is erger. Deze anekdote lokt
bijna altijd een ‘jakkes’-reactie uit, hoewel ook ‘aak’ (of ‘eik’), ‘foei’ en
‘bah’ geregeld opduiken. Zeg niet dat ik het u niet gezegd heb.
speelde zich heel toepasselijk af in de maand augustus, in een Noord-Afrikaans
land met een behoorlijke kuststrook aan de Middellandse Zee. Onze held – we
noemen hem voor de gelegenheid Herman – nam deel aan een groepsreis, die niet
alleen de mooie stranden liet schitteren, maar ook enkele uitstappen naar het
binnenland bevatte. Vermits alle Noord-Afrikaanse landen met een Middellandse
Zeekust ook beschikken over een woestijn in het hinterland, hoeft het niet te
verbazen dat de groepsreis ook twee daguitstappen bevatte naar deze uit de
kluiten gewassen duingebieden, waar de temperaturen overdag hoog oplopen en ‘s
nachts verrassend diep kunnen duiken. Water is er kostbaar. Erg kostbaar. Het
wordt dus de facto enkel gebruikt als drinkwater. Andere toepassingen –
reinigen of afkoelen van de huid, bijvoorbeeld – zijn er uit den boze. (Men
wordt daar niet geplaagd door de noodzaak om planten water te geven of de gazon
te besproeien, dus dat is al een ‘meevaller’ voor de plaatselijke bevolking.)
die voor een dag de woestijn introk, een veertigkoppig gezelschap waarvan
Herman dus deel uitmaakte, werd de Grote Zandbak ingestuurd in een autobus. Ja,
gelukkig wel eentje mèt airco – anders hadden ze beter meteen voor een robuuste
lijkwagen gekozen. Hoewel airco natuurlijk ook wel het nadeel heeft dat je na
een tijdje totaal uit het oog verliest hoe bloedheet het aan de andere kant van
het glas écht is – tot je even de bus verlaat om van een oase of een
uitzonderlijk point de vue te genieten. Dan verkoopt de hitte je letterlijk een
dreun die je de adem beneemt. Meerdere oases of uitzonderlijke point de vue’s?
Meerdere dreunen dus. Met een wat murw gezelschap op het einde van de dag.
in de late namiddag dat een en ander een beetje anders verliep dan
oorspronkelijk gepland. De groep had de middagmaaltijd gebruikt in een oase bij
een of andere lokale stam, die hen uiterst gastvrij had ontvangen, typische
gerechten had geserveerd en een superieure thee had opgevoerd die gek genoeg
voor afkoeling had gezorgd. Alleen bleek enkele uren later, op een twintigtal
kilometer van het hotel waar ze de volgende nacht zouden doorbrengen, dat het –
hier gaan we weer – spijsverteringsstelsel van Herman een der kruiden, die de
plaatselijke stam had gebruikt om een schotel een beetje meer smaak te geven,
interpreteerde als uitzonderlijk sterk middel tegen verstopping, vergelijkbaar
met wat mijn vader had gekregen in Italië (zie vorige blog). Met andere
woorden: Herman moèst, en dringend. Héél dringend.
chauffeur, een lokale tovenaar die er in slaagde met z’n bus niets te raken van
wat er langs de kant van de weg stond, hoewel de weg smaller was dan de autobus
zelf, zorgde prompt voor een oplossing. Eén kilometer verderop was er een
dorpje – ze waren het dichter bevolkte gebied al een beetje genaderd – met een
cafeetje waarvan hij de eigenaar kende. Als ze daar nu eens halt hielden dan
kon Herman naar het toilet, en de rest van het gezelschap kon ondertussen van
een of andere vloeibare versnapering genieten. Het gezelschap kon Hermans
probleem erg appreciëren, en dus, zo geschiedde.
klein hoekig gebouw met dikke, witbepleisterde muren, piepkleine
vensteropeningen, en een op zicht vijftig keer gerepareerde deur. Binnen een
vloer van aangestampte aarde, ruimer dan verwacht, en ook koeler dan verwacht.
Een aangename verrassing. Zeker toen de patron, een bejaarde sinterklaas met
een huid van drie keer gelooid leder, met een brede glimlach aan de productie
van een zwembad thee begon.
interesseerde het allemaal niet. Herman zag maar één ding: de deur links
achteraan, waarin iemand een poging tot mannetjesfiguur en vrouwenfiguur had
gekrast. Het toilet. Herman rende er naartoe, trok de deur open, zag in een
flits dat het om een ‘Frans’ toilet ging – een ander woord voor een put in de
grond waarover je moet hurken – trok de deur achter zich dicht, rukte z’n broek
af, hurkte neer, en…
hier niet dieper in op het geluid dat Herman produceerde. Geluiddicht zal de
deur wel niet geweest zijn. Maar je weet hoe het gaat: om de een of andere
reden brengt het opklinken van ingewandenactie een groep meestal aan het
lachen. Dus het zal de sfeer wel niet verpest hebben, eerder integendeel.
Vermoed ik.
probleem begon pas na het succesvol beëindigen van de Grote Boodschap. Het was
stikdonker in het toilet, en hoe Herman de muren ook betastte, de uitvinding
‘lichtschakelaar’ had deze afgelegen hoek van de woestijn nog niet bereikt.
Bovendien gaf de deur uit op de gelagkamer en kon die dus onmogelijk opengezet
worden om iets te kunnen zien zonder de hele groep te vergastten op een niet
meteen smaakvolle beeldband. Geen nood, dacht Herman, toiletpapier of wat
daarvoor moet doorgaan kan ik ook op de tast vinden. Bovendien herinnerde hij
zich dat hij bij het binnenstormen van het toilet ergens links in een flits
iets gezien had dat op vellen krantenpapier had geleken.
begon op de tast opnieuw te zoeken, en vond na enige problemen met z’n
evenwicht aan z’n rechterkant dan toch een houten bakje tegen de muur
bevestigt, waarin na opnieuw enig tastwerk inderdaad papier bleek te zitten.
Niet mooi opgerold, aparte velletjes, niet meteen ordelijk, oké, maar dat vond
Herman wel het allerminste probleem. Als hij zich maar kon verschonen. Zo
geschiede alweer. Waarna Herman opgelucht zijn broek vastsjorde en de deur
opentrok.
was het dan, het horrormoment.
er klaar voor? Als u het niet kunt hebben, is dit het ogenblik om af te
haken.
Nog altijd daar? Oké. U vraagt er om.
inderdaad papier in het houten bakje, zag Herman. Bòven het bakje hing echter
ook nog een houten plaat tegen de muur. Daarop stond een Franse tekst, in
onhandig geschilderde witte letters. Natuurlijk had Herman de tekst niet kunnen
lezen zolang de deur nog dicht was. Nu dus echter wel.
begreep de tekst onmiddellijk. En maar al te goed.
(ik vertaal maar meteen): “Gelieve geen gebruikt papier in het toilet te
gooien maar in het bakje hieronder achter te laten.”
had dus… Neen, laat maar. Jouw fantasie vult ongetwijfeld het plaatje wel
aan.
de chauffeur van de autobus een indrukwekkende bakshish gegeven op voorwaarde
dat hij hem sneller dan voorzien kon afzetten bij het hotel. De autobus heeft
het laatste stuk van de rondrit afgelegd in een recordtijd, die na al die jaren
nog steeds standhoudt en legendarisch is geworden bij de plaatselijke
bevolking. De avondmaaltijd heeft Herman niet met de rest van het gezelschap in
het hotel gebruikt. Hij kwam niet meer uit z’n kamer, en rond drie uur ‘s
nachts hebben ze hem uiteindelijk vriendelijk gevraagd om te stoppen met
douchen.
vakantieherinneringen toch. 🙂 Geniet er nog van. En weet wat je eet!