‘De invasie van De Tearling’ – Erika Johansen

30 juni 2016
dank aan uitgeverij Boekerij voor het beschikbaar stellen van het recensieboek.
lijn van het eerste boek is ook de cover van het tweede deel gemaakt. Ditmaal
is het een koningsblauw kussen met een koninklijk attribuut op het kussen. Het
betreft een gouden bol met een kruis erop. De bol is aan de onderkant met bloed
besmeerd. Net als bij het eerste deel ‘De kroon van De Tearling’ heeft de cover
een bekraste achtergrond, maar in een iets warmere kleur grijs. De titel staat
ook nu weer boven het kussen in dezelfde kleur als de kleur van het kussen. Een
extraatje is dat het binnenblad van de kaft nu ook in het koningsblauw is. De
cover krijgt van mij dankzij dat extraatje een 8.
Kelsea in deel 1 ‘De kroon van De Tearling’ de troon heeft bestegen, heeft ze
direct de rode koningin van Mortmesne tegen zich in het harnas gejaagd. De
maandelijkse transporten heeft ze met onmiddellijke ingang verboden. Als boete
diende De Tearling maandelijks inwoners naar Mortmesne te sturen. Waar zij op
de zwarte markt verkocht werden, cadeau gedaan werden aan medestanders van de
rode koningin of ze werden door haar als slaaf ingelijfd. Nu Kelsea deze
voorwaarde uit het vredescontract met Mortmesne heeft geschonden, bereidt De
Tearling zich voor op de onvermijdelijke invasie van het leger van de rode
koningin.
dit tweede deel speelt het verhaal zich voornamelijk af in de Veste, de
woonburcht van Kelsea, in het kamp van de rode koningin en in de oude wereld.
Kelsea probeert de gevolgen van haar besluit om de transporten te verbieden te
overzien. Lazarus is inmiddels het hoofd van haar koninklijke garde geworden en
hij dient tevens als klankbord van Kelsea. De groei, die zij als koningin
meemaakt, wordt steeds duidelijker zichtbaar. Kelsea komt steeds meer te weten
over de kracht van haar kroonjuwelen en probeert hier mee om te gaan.
deel maken we als lezer ook kennis met een aantal nieuwe personages. Zo zijn er
Lily, met wie Kelsea zich sterk verbonden voelt, Greg en Jonathan. Zij leven in
de oude wereld en Kelsea probeert erachter te komen wat deze personen te maken
hebben met haar leven in de nieuwe wereld. De rode koningin komt ook zelf ten
tonele. De worsteling van Kelsea met haar keuzes zorgt ervoor dat de zoektocht
naar de juiste verdediging tegen de invasie van het leger van Mortmesne een
fascinerende tocht wordt.
Johansen heeft met ‘De invasie van De Tearling’ een zeer goed vervolg gegeven
aan het eerste deel. De personages worden steeds verder uitgediept, en ze
brengt ook fascinerende nieuwe personen ten tonele. Wat echter als eerste
opvalt, is dat het verdiepen al begint met de landkaart voor in het boek. Ten
opzichte van de landkaart in het eerste boek ‘De kroon van De Tearling’ is deze
landkaart wat mij betreft al met meer zorg gemaakt. Op de landkaart wordt al
duidelijk dat geschiedenis een deel van het verhaal vormt. De Tearling is een
Engels aandoend land, met als hoofdstad New London, en Mortmesne is een land
dat Franstalig is. Engeland en Frankrijk zijn in onze geschiedenis eeuwenlang
elkaars aartsvijanden geweest en het is dan ook niet verwonderlijk dat ze voor
de aartsvijanden in dit boek voor een Engels- en Franstalig gebied heeft
gekozen.
een mooie diepgang. Kelsea was in het eerste deel een redelijk naïeve,
impulsieve, maar ook intelligente jonge vrouw. Nu wordt ze met rasse schreden
volwassen en dit zorgt voor een interne strijd tussen verstand, gevoel en wat
uiteindelijk de best passende oplossingen zijn voor zowel haar als vrouw als
wel als koningin. Dit voortschrijdend inzicht wordt prachtig verwoord in het
begin van het verhaal. ‘Kelsea was een
driftkop. Daar was ze niet trots op. Kelsea haatte zichzelf als ze boos was;
als haar hart bonkte en haar blik werd verduisterd door een dikke sluier van
woede, zag ze toch nog heel duidelijk het pad voor zich dat van
ongecontroleerde boosheid regelrecht naar vernietiging liep. Woede vertroebelde
je oordeel en stortte je in verkeerde beslissingen. Woede was het voorrecht van
een kind, niet van een koningin’. Niet alleen prachtig verwoord, maar ook
getuigt deze passage van een universele wijsheid.
levert alleen maar verliezers op. Dat gegeven diept ze in dit tweede deel
verder uit door een inkijk te geven in de wereld voor De Oversteek van de oude
naar de nieuwe wereld. De wereld voor De Oversteek geeft Erika Johansen weer met
het Amerika van nu, maar dan dertig jaar verder (2046). Deze wereld is een
technocratische wereld. De mensen zijn gechipt en kunnen elk moment van de dag
gevolgd worden en worden dat ook. De kloof tussen arm en rijk is immens groot
geworden. Er zijn de rijke mensen, die binnen de veilige muren van hun
gemeenschap wonen, en de armen. De armen wonend buiten de veilige muren, in een
gebied waar niets veilig is, ziekte overheerst en het leven totaal uitzichtloos
is. Net als in elk tijdperk ontstaat ook hier onrust en creëert ze met de
verzetsgroep De Blauwe Horizon een tegenhanger die streeft naar een utopische
samenleving. De naam van de verzetsgroep is dan ook goed gekozen.
waarop ze deze verhaallijn samenweeft met het leven in de nieuwe wereld, de
wereld van Kelsea en De Tearling, is een heel intrigerende plot. Waar je als
lezer in eerste instantie nog verrast kan zijn door de overgang van de
verhaallijnen en deze transitie abrupt kan aanvoelen, zie je gaandeweg hoe
intelligent het verhaal zich ontwikkelt. En passant geeft de schrijfster ook
een stevige waarschuwing af, of vormt ze misschien zelfs een aanklacht tegen de
huidige maatschappij. De hebzucht, de constante stroom van informatievoorziening en -winning, het vluchtelingenprobleem, de olievoorraad,
humaniteit versus kapitalisme wordt op een prachtige manier verweven in het
verhaal van Kelsea.
de geschiedenis te leren of dat de mensheid gedoomd is tot mislukken. Is er
hoop of is alle hoop verloren? En als er hoop is, wat is daar dan voor nodig?
Moed? Wat is moed eigenlijk? Het tiende hoofdstuk begint met een fraaie
verwoording van dat vraagstuk ‘We denken
altijd dat we weten wat moed inhoudt. Als er een beroep op mij wordt gedaan,
zeggen we, dan zou ik daar gehoor aan geven. Ik zou niet aarzelen. Totdat het
moment daar is en we inzien dat de vereisten van ware moed heel anders zijn dan
we ons voorstelden, lang geleden op die stralende ochtend toen we ons dapper
voelden. – Verzamelde werken van pater Tyler, uit de archieven van de Arvath’.
heeft elk hoofdstuk een prachtige inleiding. Een inleiding waardoor het verhaal
aanvoelt als een geschiedenisboek, zonder puur de droge feiten te vermelden, maar
door er een levend verhaal van te maken. Volgens mij is geschiedenis dat ook.
Geen doods gegeven, maar een uitbeelding van het vroegere leven dat verder
geschreven wordt in het huidige leven. Zeker nu, in deze zeer onrustige tijden,
waarin de kloof tussen arm en rijk steeds groter wordt, de onvrede van de
bevolking groeit, de verdeeldheid in de wereld steeds verder uitbreidt, zou het
goed zijn om eens stil te staan bij het verleden om te kijken of er eventueel
lessen eruit getrokken kunnen worden.
anders geven dan 5*.
natuurlijk ook heel nieuwsgierig of Erika Johansen dit hoge niveau van de eerste
twee delen kan vasthouden, maar vooralsnog twijfel ik daar niet aan.
Woest-Appeldoorn – recensente De Perfecte Buren